Regen, heel veel regen kwam er opeens naar beneden, begin oktober, totaal onverwacht. Maar welkom.
Overal ploppen groene blaadjes omhoog uit de zwarte grond en het gras begint te groeien, al moesten we eigenlijk eerst nog al het uitgebloeide hoge droge gras afmaaien. Bomen die hun vertrouwde groene kleur weer terug krijgen.
Het voelt aan als herfst, zoals we in Nederland kennen, regenjassen en paraplu’s paraat. Maar het ziet eruit als lente, waarin alles weer opbloeit, het gras weer groen wordt na een donkere winter.
Toch is er een groot verschil met Nederland. Ik loop namelijk eind oktober nog altijd in mijn korte broek, hemdje en slippers. Dat laatste, die slippers, blijkt niet echt slim omdat ik hiermee geregeld een flinke uitglijder maak op de drassige kleigrond maar het loopt zo lekker.
De rivier die over ons land stroomt is ook blij, tijdens de regen klokte het water overvloedig over alle dammetjes die we hebben gemaakt. En al het water dat van de kale bergen rechtstreeks en ongehinderd door de struiken die er voorheen stonden naar beneden stroomde, baande zich een weg over de vallei en stroomde ook gezellig in onze rivier achter het huis erbij. Als gevolg overal een luid klaterende geluid van neervallend water op en over de honderden rivier stenen. Een heerlijk en rijk gevoel geeft het, om de rivier weer zo te zien stromen, onder de hangmat en spelende kikkers door.
Wat ook stroomt zijn de work-a-wayers die zijn gekomen. Work-a-wayers is een begrip voor reizigers van over de hele wereld die hun reisavontuur combineren met vrijwilligerswerk om zo op verschillende plekken te komen, leuke uitwisselingen te hebben, gezelligheid zoeken, leerervaringen op willen doen en vaak om kosten te besparen omdat ze voor hun vrijwilligerswerk, drie maaltijden per dag en onderdak krijgen.
Toen ik zelf 24 jaar was heb ik veel ‘gework-a-wayt’ in Australië. Ik genoot ervan, kwam bij gezinnen in huis of op boerderijen en hielp met alles wat daar nodig was. Ik vond het een geweldige manier om te reizen.
En toen wij in 2019 in Chili een strobalen leem huis bouwde voor Karel en An, deden we dit ook als vrijwilligers en kregen we de hulp van tientallen work-a-wayers van uit de hele wereld. Wat een levendigheid bracht dat met zich mee. De bouw ging hierdoor heel snel en maar werd het bouwen zo ontzettend leuk.
Natuurlijk merken we ook de uitdagingen. Vaak zijn het nog jonge mensen met geen of weinig ervaring met bouwen, timmeren, motorzagen, muren stucen, dus veel uitleggen, voordoen een beetje loslaten, vertrouwen hebben en niet te kieskeurig of perfectionistisch zijn.
Omdat we toen zo genoten van deze manier was het een logisch besluit om dit op onze ook zo te doen. Vooraf hebben Wim en ik wel tegen elkaar gezegd dat onze eigen basis eerst in orde moest zijn. En dat is het, ons heerlijke huis is af, de yurt staat en we hebben een heerlijk strand om te ontspannen.
Dus, begin oktober, hebben we ons als ‘host’ op de work-a-way site aangemeld en een profiel aangemaakt. Vrijwel meteen kwamen er al enthousiaste berichten mijn mailbox binnen.
Zo veel en zo snel hadden we misschien niet echt verwacht maar wel welkom. Samen met Wim bespreken we de profielen van de mensen die ons mailen en iedereen heeft wel iets wat aantrekkelijk, interessant, fijn is. Dus laten we ze gewoon komen en kijken we in de praktijk hoe het werkt.
Samen hebben we de grote tenten weer opgezet, ingericht tot luxe onderkomens inclusief lattenbodems, matrassen en zelf een banken in gemaakt van alle overige matrassen zodat ook die matrassen ergens droog opgeslagen liggen.
Half oktober kwamen daar de eerste twee meiden. Eentje uit Australië en één uit Engeland. Ons Engels werd dus gelijk op de proef gesteld maar inmiddels hoeven we niet ingewikkeld te omschrijven: ‘twee ladders waar je aan de zijkant op kunt klimmen en een tussenplank en ijzeren buizen die je er als een kruis inzet’ maar zeggen we gewoon: ‘scafold’ (steiger).
Het gaat best goed, dat ‘ge-engels’, intens maar het went.
Ons eerste grote doel nu is om de groepskeuken af te maken. Zodat daar straks gekookt kan worden en de vrijwilligers ook een eigen plek hebben waar ze kunnen zijn. Nu koken en eten we gezellig met z’n allen in ons tiny house wat heel knus is maar als de groep groter wordt steeds krapper.
Dus er werd gemozaïekt, gevoegd, de oude stuclaag die losliet eraf gestoken, de dak palen geschilderd, muren verbreed, licht aangebracht, waterafvoer gegraven, nou ja… geboord want we praten over dikke stenen muren waar dat door heen gaat. En zelfs heeft Wim aan een brandslang gedacht die aan de buitenkant van de groepskeuken komt. Heel veel voorwerk, en het wordt steeds meer af. Volgende week gaan we de muren lemen en dan komt het grote inricht feest van al het in Nederland al verzamelde servies, potten en pannen.
Ook de voorraadkamer die erachter zit nemen we gelijk mee en ik kan nu al uitkijken als ik over een paar weken eindelijk alle linnengoed, dekbedden, kussen, voorraadspullen netjes en geordend hun plek kan geven. Daar zijn wij, en de spullen zelf, aan toe.
Ook werden de verbrande zonnepanelen verwijderd en een tijdelijk buiten composttoilet huisje gebouwd op het veld waar de vrijwilligers slapen.
En wat hebben we een geluk. Australische Rosie houdt van koken, ze vind het geweldig, ook toetjes en taarten! Het liefst kookt ze twee keer per dag. Nou…laten wij nou het heerlijk vinden als er gekookt wordt.
De twee meiden zijn nu net weg en vooral Rosie wordt met haar energieke enthousiasme gemist maar er zijn inmiddels weer drie andere aangekomen op ons land en die er naar uit kijken om de groepskeuken verder af maken. Dit keer twee mannen en een vrouw. Ook fijn omdat die mannen gelijk in de weer gaan met de motorzaag, zware boomstammen tillen en bouwtechnisch wat meer onderlegd zijn. En ook Evi, uit Duitsland houdt van koken, joepie, zelfs vandaag in het vrije weekend biedt ze aan om vanavond lasagne te maken. En Max gaat me leren om zelf brood te bakken.
Rosie heeft me verrukkelijke chocolademousse geleert te maken en nu lijkt het Wim een goed idee om dat dan maar gelijk goed te oefenen en de hele week te eten 😉.
Heerlijk die culinaire uitwisselingen en die fijne gesprekken, boeiend, diepgaand en ontdekkend op allerlei niveau.
En ons eerste vuur, na het vuur, weer gemaakt!
Op een zorgvuldig uitgekozen open plek, water erbij, in een vuurschaal. Het voelde niet eng, het heeft veel geregend en is windstil.
Een mooi moment, volle maan, met iedereen erom heen met warme thee en chocolade. Een djembé en een handpan.
Aan het vuur gegeven welke eigenschap van onszelf niet meer dienend is aan ons levensdoel. Mooi om van de anderen en onszelf te horen waar ze en we staan. Na te denken en te voelen over welke stappen dit vraagt in je leven, wat anders te doen, wat geeft extra kracht, motivatie en wat kan overboord.
Voor mij is iets wat ik loslaat en aan het vuur hebt gegeven is de verantwoordelijk die ik erg voelde voor alle dingen en mensen om me heen. Ik was daar zo druk mee dat ik juist minder mezelf kon geven. In plaats daarvan kies ik om te vertrouwen en los te laten. Ieder kan prima voor zichzelf zorgen en alle dingen, taken komen uiteindelijk altijd goed. Dit besluit voelt goed, beter en geeft me meer ontspanning.
En nu…havermoutpap, thee en fruit maken zodat we weer om negen uur met zijn alle aan het ontbijt zitten.
Tot volgende maand!