9 augustus 02:43 uur.
Ik ben aan het nachtwaken, elk uur wisselen Wim en ik elkaar af. Tussen het rondlopen en bovenop een berg zitten om vuurhaarden te checken, ook een moment om even wat van me af te schrijven.
Zondag 6 augustus 2023 begon er een bosbrand net voorbij de brug van Odexecie. Als wij bovenop onze berg staan kunnen we de enorme zwarte rookwolken zien. Heel beangstigend, groot en veel. Er zit echter een rivier tussen en vuur houdt niet van water dus ik ging ervan uit dat dat de brand daar zou stoppen.
Helaas…dat was niet het geval.
Een dag later is het vuur de rivier gepasseerd en zijn er inmiddels op meerdere plekken grote bosbranden.
Brandweerwagens rijden af en aan en in de lucht zijn honderden blusvliegtuigen en helikopters bezig.
Langzaamaan trekt het vuur steeds verder onze kant op. We proberen de windrichting te achterhalen. Iedereen is bezig met voorspellingen maar eigenlijk weet niemand precies hoe het vuur gaat.


In het sportcentrum hebben ze een noodopvang gemaakt met allemaal veldbedden. Deze waren echter splinternieuw en kraakte zo hard dat het klonk alsof of je op 20 grote plastic flessen ronddraait. Een werkelijk kabaal in deze grote sporthal. En omdat het de hele nacht vol bleef stromen met brandvluchtelingen werden in midden in de nacht ook nog eens extra van die nieuwe veldbedden in elkaar gezet waardoor het klonk alsof er midden in de sporthal een arena was ontstaan waar een ijzeren buizen gevecht plaatsvond.
Op een gegeven moment besluit ik om mijn laken en kussen te pakken en ergens anders een plekje te vinden. Gelukkig vind ik in de gang nog een deken (waarom die er waren in die bloedhete sporthal is mijn een raadsel) en diende perfect als een matras. Ik de hoek van een kunstlokaal vind ik een plekje en ga daar op de grond liggen.
's Ochtends is Wim me wel een poosje aan het zoeken, maar vindt mijn actie slim. En samen kunnen we even lachen om die enorme krakende veldbedden.
Na de vriendelijke en behulpzame mensen die ons in de sporthal verzorgden te bedanken voelen we dat we zo snel mogelijk terug naar huis willen.
Bovenaan bij onze berg staan echter al veel brandweerwagens en raadde ze ons aan om hier boven te blijven omdat het te gevaarlijk zou zijn bij het vuur.
Na een poosje te wachten voelde dat helemaal niet goed en besluiten we via een andere weg toch naar ons huis te gaan.
En we zijn zo blij dat we dat gedaan hebben. In een recordtempo maken we een pomp in het zwemmeer, bevestigen er een 300 meter lange tyleenbuis aan vast (die eigenlijk bedoeld was voor onze waterleiding). Vier haspels eraan elkaar gekoppeld voor stroom en zo kunnen we zo veel mogelijk uit voorzorg nat maken. Wim zaagt de meest brandbare struiken in de buurt van ons huis om en ik verzamel zo veel mogelijk dekens en picknickkleden om drijfnat te maken.
We blijven kijken naar het vuur en lange tijd lijkt de wind gunstig te staan voor onze plek. Helaas draait de wind en komt het vuur in de vallei van de buurman.
Wim besluit om met twee natte dekens erheen te gaan om het vuur daar te stoppen. Maar terwijl hij daarmee bezig is zie ik het vuur via de achterkant boven de berg oploeien en zo op ons land afkomen. Zo ontzettend eng, bedreigend en echt.


Best veel paniek in mij dus. Want als Wim niet terug is en het vuur over het zandpad gaat, staat Wim aan de ‘slechte’ kant van het vuur en ik, in mijn eentje, aan de kant van het huis en de vluchtauto. Ik ben zo bang.
Gelukkig merkt Wim zelf ook dat het vuur daar niet meer te stoppen is en komt uitgeput terug. Blij dat we in ieder geval weer bij elkaar zijn.
En dan.... komt het vuur omlaag.
Nog nooit heb ik zo vurig naar alle engelen gebeden voor hulp. Het vuur nadert het zandpad en slaat over op de bomen en struiken, tien meter van de yurt en ons huis.
Met onze eigen waterslang rennen we erheen, en op dát moment stopt er een brandweerwagen, springen de mannen in rode pakken eruit. Rollen met vaart de slangen over het pad uit en roept er één het verlossende woord: ‘AQUA!’.
In diezelfde minuut, echt ongelooflijk, komen er vier blusvliegtuigen over. Eén daarvan maakt een duikvlucht op ons af en leegt zijn water lading over de brandende struiken, de yurt, het huis én ons.
Heel even zijn we beide beduusd. De enorme hoeveelheid water, die als een soort van natte zeepachtig sneeuw neer beneden komt en gevoelsmatig een minuut aanhoudt. We waren compleet doorweekt en toen keken we op….. het vuur maakte een bocht om het huis heen.
Ons huis is gered!!!
Ik wist dat er engelen bestonden. Wat ik nog niet wist, is dat als je ze vraagt, ze met duizenden tegelijk kunnen komen.
Wat een dankbaarheid voelen we beide.
De blusvliegtuigen zorgen er ook voor dat het groepshuis en de containers gespaard blijven.
Het vuur neemt echter wel de gehele bergen mee, waarop ook de zonnepanelen liggen. Wim had gelukkig al alle stroom eraf gehaald en met de natte dekens redde hij wat hij kon. Onze waterslang konden we helaas niet meer gebruiken omdat de haspels en buizen zijn verbrand..


Onvermoeibaar gaat Wim door als een brandweerman, maar dan eentje zonder de bescherming van een pak, helm, bivakmuts voor de rook en dikke laarzen.
Ik ben zo trots op hem.
Ook trots op mezelf want ondanks de enorme heftigheid, de angst en de paniek bleef ik staan en probeerde om zoveel mogelijk bij te dragen. Al was het maar om de brandweerlieden van koude ijsjes te voorzien, die ze heel graag aannamen.
Het vuur ging als een gierend monster de bergen over. Het ging maar door. Zo’n gekke mix van gevoelens. De enorme dankbaarheid dat ons huis en spullen gespaard zijn gebleven maar zo naar om te zien dat de natuur, al die prachtige bomen afbranden en kale zwarte bergen achterlaten.
Ook bleef er de angst dat het vuur via het eucalyptusbos achter ons huis kon komen. Dus het gevaar was nog niet geweken. Nu, in deze nacht is het spannend, naast rondes lopen over het terrein, alle emmers, waterflessen en speciekuipen vullen met water, door emmer voor emmer uit de put omhoog te trekken, proberen wat te eten maar eigenlijk niets naar binnen krijgen. Praten met de brandweermannen die nog altijd bezig zijn. Ik laat Wim een half uurtje langer liggen. Hij zag er zo heftig uit. Overal zwarte plekken, tot op zijn borst, kleren pikzwart en zijn schoenzolen gesmolten. Na anderhalf uur maak ik hem zacht wakker, gelijk is hij weer aan. Ik gun hem een hele nacht maar zo hebben we het afgesproken en ik kan zelf ook wel een uurtje slaap gebruiken na deze extreem intense dag en nacht.
Ik word wakker, het is al licht en besef dat Wim waarschijnlijk hetzelfde moet hebben gedacht als ik. ‘Laat haar maar iets langer slapen’. We gunnen elkaar zo het allerbeste. Mooi om te beseffen.
Vanuit mijn raam zie ik een brandweerauto komen en gaan en denk: ‘dank je wel mannen, voor vannacht’. Ik kijk verder, de lucht kleurt wit waar die anders altijd prachtig blauw is. Overal rookpluimen maar vooral kale zwarte heuvels met enkele grote bomen, zwarte stammen en bruine bladeren.
En dan besef ik dat ik in ons huis lig, in ons eigen bed. We hebben het gered, het is gelukt, onze gebeden en die van vele anderen zijn gehoord.
Intense diepe dankbaarheid.
Maar ook gelijk de gedachte: ‘is al het gevaar al geweken, kan ik rusten in mijn hoofd?’
Ik kleed me gauw aan en schrik weer. De andere kant van de berg brandt nog flink.
Ik weet nu waarom Wim me niet heeft wakker gemaakt. Er was weer vuur en er kwamen ’s ochtends vroeg twee mannen die spontaan hun hulp aanboden. Hun opa heeft hier gewoond en zagen dat deze vallei in brand stond. Zo mooi.
Ze hadden een grote watertank achterop hun jeep en deze vulde ze met water uit onze put. Twee uur lang hebben deze mannen, keihard geholpen, wat een prachtig gebaar en gevoel geeft dit.

Maar ik ben ook enorm onder de indruk van de blusvliegtuigen. Die komen iedere keer met vier vliegtuigen snel achter elkaar aan, maken een duikvlucht het vuur in, lossen hun waterlading. En een grappig detail is dat het eerste vliegtuig een sirene heeft, Je hoort en ziet de vliegtuigen al van verre komen, dan komen ze steeds lager, en hoor je die enorme oorverdovende motor én…. een heuse sirene!
Woensdag 9 augustus, het oerbos, aan de zuidkant van ons terrein staat nog altijd in de brand. Het is lastig om daar te komen. Van beneden en vanaf boven proberen ze te blussen.
Op een gegeven moment land er een heuse helikopter in onze vallei, naast ons huis! Ja echt, ik wist niet was ik zag, het is voor de ‘gele pakken’ brandweermannen dat zijn blijkbaar een soort bergblussers en worden gedropt op moeilijke plekken.
Deze mannen waren flink zwarter dan de rest en nog dikker ingepakt met van alles aan hun pak hangend. Erg indrukwekkend.
Helaas geen foto. Door de adrenaline heb ik amper foto's gemaakt, ik kon dat niet. En omdat we sowieso geen bereik hebben in de vallei had ik mijn telefoon in de vluchtauto verderop liggen.
De vliegtuigen vliegen af en aan en drie bulldozers zijn met enorme snelheden hele brede brandgangen aan het maken, tussen ons land en de eucalyptus plantage aan de andere kant. Ze schuiven veel om, mooie oude bomen worden neergelegd. Jonge vijgenbomen gaan tegen de vlakte. Dit doet wel pijn.

We zitten in een ‘Vallei’ app groep van allerlei mensen die rondom ons heen in andere vallei ’s wonen. Iedereen houdt elkaar op de hoogte en steunt elkaar.
En ook al zitten pas drie maanden op Biodanza hier in het dorp, deze groep is zo mooi en hecht dat er allemaal hulp wordt aangeboden. Iedereen lijkt wel bereid om te helpen, wow, ontroerend om te voelen.
Lieve vrienden die zonder te vragen eten komen brengen.
Al was dat behoorlijk moeilijk omdat de brandweer onze vallei dagenlang gesloten hield, echter als ze met éten kwamen mochten ze wel door!
Mooie Portugese denkgeest.
En zelfs fysieke hulp uit Nederland!
Toen Mirte, de dochter van Wim en haar vriend Matthijs het bericht hoorde dat onze vallei in de brand stond, hebben ze thuis alles laten vallen en meteen naar het vliegveld gereden en in het eerste vliegtuig gestapt. De derde nacht van de brand rond middernacht kwamen ze aan. En die lieverds namen gelijk de nachtdiensten over. Tot half vijf, liepen ze rond, bluste alle brandjes die er waren, vulde de waterflessen, emmers en speciekuipen weer aan en controleerde elke rookpluim.
Dan lost Matthijs me dan toch echt af en begin ik na eindelijk een paar uur te hebben geslapen aan mijn ronde.
De haan begint te kraaien, ik zit onder de sterren, wakend over de kleine vuurtjes in ons oerbos. Ik ruik overal de geur van verbrandheid.
Langzaam wordt het lichter, om me heen, de noord-, oost- en de zuidkant zien eruit als een gevechtsgebied waar iedereen verloren heeft, zo dor en zwart.
Maar dan kijk ik naar de westkant, de vallei, ons huis, de yurt, het strand en word ik weer vervuld met blijheid, deze is nog helemaal groen!
Aiii…er laait een vuur net iets te groot op. Ik heb het geluk dat er net een patrouille jeep langsrijdt. Ik ren er naar toe en wijs ze de weg naar dat vuur, ik ren achter de jeep aan en gelukkig hoor ik ze door hun portofoon druk praten en hulp inschakelen.
En dan verwacht je één bluswagen maar er kwamen er maar liefst vijf!
Ook deze dag blijft het doorgaan met blusvliegtuigen en brandweerwagens die soms echt over onmogelijke weggetjes zo dicht mogelijk bij het vuur willen komen. Wel leuk voor Matthijs die vroeger bij de brandweer wilde en ook graag mooie filmpjes wilde maken, dus de filmpjes in deze blog zijn van hem!


Wim repareert samen met Mirte en Matthijs de afgebrande haspels om ze weer bruikbaar maken. Een deel van de zonnepanelen is gespaard gebleven en Wim krijgt ze aan de praat. Heel fijn om weer stroom te hebben aangezien ik voorlopig geen kaarsje durf aan te steken ’s avonds.
Mij lukt het niet meer om te werken, ik ben helemaal ‘uit’. Ik lig in een hangmat en ben stil. Besef van de doodsangsten die ik heb uitgestaan om te verliezen waar we afgelopen jaren zo hard aan gewerkt hebben.
’s Avonds komt er weer een nieuw team, vijf fijne mannen die ons verzekeren de hele nacht wacht te houden. Wat een schatten. En we gaan dan deze nacht ook daadwerkelijk alle vier slapen, de hele nacht!
Het doet me denken aan een uitspraak die ik riep naar Wim. Hij vroeg me tijdens de brand, terwijl we druk bezig waren of het nog ging, waarop ik moe, kapot, bezweet en uitgeput zei: ‘Ja, slapen kan altijd nog!’. We moesten daar later hartelijk om lachen.
En deze maand begon zo mooi.
Ik vierde mijn 50ste verjaardag. Ik dacht altijd dat ik dat groots zou vieren maar omdat we hier pas net zijn besloot ik om 10 vriendinnen van hier uit te nodigen. En die kwamen allemaal!
Ik ben midden in de zomer jarig en gewend dat de helft altijd op vakantie is en de ander helft op festivals ronddanst. Maar nu dus een hele andere ervaring. Wat een cadeau.
En het was zo fijn, mooie gesprekken, ik heb mijn levensverhaal mogen delen en iedere vrouw gaf me iets van haar kwaliteit, een dans, een lied, strelingen een liefdestunnel. En dit allemaal op ons eigen strand met meegebracht lekkers. Een parel van een verjaardag.
En mijn zoon Tariq van 24 kwam een weekje langs. Samen met twee vriendinnen. Wat ontzettend fijn om mijn zoon na drie maanden weer in mijn armen te sluiten, samen naar het strand, hij surfen, ik trots kijken, wandelen over de kliffen. Hij heeft me leren schaken en ik vond het nog leuk ook.
En veel gepraat, het grote voordeel van een paar dagen echt samen maakt dat we veel dieper op onderwerpen in konden gaan. Tijd om dingen te bekijken die door de telefoon lastiger zijn. Ook voor moeilijke en emotionele gesprekken was er tijd. Af en toe slikken bij dingen die ik niet door had maar zo waardevol om te horen. Ik kijk heel dankbaar terug op deze tijd.
Ze waren net twee dagen weg toen de brand begon…
En dan… na de brand.
Hoe pak je de draad weer op na ruim een week zo intensief, fysiek, mentaal en emotioneel, bezig te zijn geweest?
We weten het eigenlijk even niet, voelt wat verloren, uitgeput.
Leegte.
Zo’n ontzettende leegte.

